BSO Moviekids Almere

BSO Moviekids Almere heeft tot doel om schoolgaande kinderen een plek te bieden waar ze zich optimaal kunnen ontwikkelen. We vinden het belangrijk dat kinderen opgroeien tot zelfstandige, evenwichtige en weerbare mensen, die respect hebben voor anderen en voor hun omgeving en die in staat zijn eigen keuzes te maken en daarin samen te werken met de mensen om hen heen.

We onderschrijven de vier opvoedingsdoelen uit de Wet kinderopvang van M.W.M. Riksen-Walraven door te streven naar:

  • Het waarborgen van de emotionele en fysieke veiligheid;
  • Het bevorderen van de sociale competentie;
  • Het bevorderen van de persoonlijke competentie;
  • De socialisatie, cultuuroverdracht en het overdragen van waarden en normen.

Jaarlijks evalueren we onze visie aan de hand van nieuwe ontwikkelingen op pedagogisch vlak en de praktijk. Door middel van studiedagen, trainingen en vergaderingen praten wij regelmatig met elkaar over de vier opvoedingsdoelen. Zo houden wij het beleid levendig binnen onze de organisatie.

Het waarborgen van de emotionele- en fysieke veiligheid

Wat betreft de emotionele en fysieke veiligheid van het kind staat het volgende centraal:

  • Hoe voelt het kind zich op de groep en binnen de BSO?
  • Ervaart het kind voldoende veiligheid in zijn omgeving om zich vrij te kunnen ‘bewegen’ en te ‘ontdekken‘?

Hier proberen we, zoveel als mogelijk, op in te spelen. Dit doen wij o.a. door het inzetten van vaste pedagogisch medewerkers. Wanneer hier door vakantie, ziekte, etc. vanaf wordt geweken, zullen wij, zoveel als mogelijk, onze vaste invallers inzetten.

teacher-is-teaching-girl-make-sand-shapes-while-other-kids-are-playing-together

Wij werken kind gericht. We verplaatsen ons (vaak letterlijk) naar het niveau van het kind. Hiermee bieden we ruimte aan het kind om ons te benaderen en om ons te laten weten en/of zien waar hij/zij behoeften aan heeft. We maken de afstand tussen de volwassene en het kind kleiner door ons naar hun hoogte te verplaatsen. We spelen mee om ze te stimuleren in hun spel of ze op gang te helpen wanneer ze iets moeilijk of spannend vinden. Kinderen ontlenen veel veiligheid aan een volwassene aan hun zijde wanneer ze zelf wat onzeker zijn. Zo komen ze net wat sneller een ‘drempel’ over.

We geven, door een open en toegankelijke houding naar het kind aan te nemen, het gevoel dat ze bij ons terecht kunnen met hun verhaal en emoties. We luisteren goed naar gedrag en woord en vragen na/controleren of we het kind goed begrepen hebben.

We zijn ons ervan bewust dat de wijze van communiceren van kinderen soms anders is dan wij als volwassenen doen. We nemen dan ook de tijd en rust om te interpreteren wat een kind bedoelt, om de vertaalslag te maken, zodat we het kind niet verkeerd begrijpen. Wanneer wij wat langer stilstaan bij de boodschap van een kind kan de uitleg en daarmee onze reactie behoorlijk verschillen. Ook wordt per kind gekeken naar het welbevinden van het individu in de groep en naar het groepsproces van de groep. Hoe gaat het met het kind op de groep en zijn er bijzonderheden in zijn of haar ontwikkeling. Dit wordt regelmatig besproken in een zogenoemd werkoverleg. Hierbij komen de pedagogisch medewerkers bij elkaar om te praten over punten die te maken hebben met de groep.

Het bevorderen van sociale competenties

Wij vinden kinderen sociaal competent als ze in een groep kunnen functioneren en als ze hun sociale vaardigheden ontwikkeld hebben. Deze kinderen houden rekening met anderen en zijn in staat tot samen delen, samen spelen, samen ruzie maken en weer vrede sluiten en samenwerken. Ze kunnen zich inleven in anderen (empathie) en maken contact met andere kinderen en volwassenen. Ze weten hoe ze bij anderen overkomen. Ze kennen de grenzen van de ander en gaan daar niet overheen. Ze kunnen omgaan met winnen en verliezen en kunnen ook tegenslagen incasseren. Ze passen zich makkelijk aan in een andere omgeving met andere regels. Ze zijn weerbaar en assertief maar komen ook op voor anderen.

We creëren een open houding tussen pedagogisch medewerkers en kinderen. We praten met elkaar en luisteren naar elkaar. We vertellen en leggen uit wat we bedoelen en vragen na of een kind ons goed begrijpt. Wij proberen de aandacht, zo evenredig mogelijk, over alle kinderen te verdelen. Kinderen die zelf om aandacht vragen, komen vanzelf aan hun trekken. Bij kinderen die dat niet doen, laten wij het initiatief meer van onze kant komen.

Om dit te bereiken hanteren we de volgende pedagogische basisregels

  • We stimuleren een positieve groepssfeer en moedigen kinderen aan om samen dingen te doen en samen dingen te delen, zowel ‘speelgoed, boeken, etc.’ als ‘plezier en verdriet’.
  • We spelen met de kinderen mee.
  • We geven het goede voorbeeld door zelf professioneel met collega’s en de ruimte om te gaan.
  • We leren kinderen hoe te geven en te nemen en hoe ze conflicten kunnen oplossen.
  • We leren ze hoe ze zich kunnen inleven in de ander en om begrip te hebben voor de ander.
  • We leren kinderen dat iedereen anders, maar gelijkwaardig is.
  • We stimuleren het verkennen van andere culturen d.m.v. boeken, spelletjes, gerechten, feesten etc.
  • We belonen gewenst gedrag en corrigeren ongewenst gedrag.
  • Kinderen hebben recht op inspraak.
  • We bieden groepsactiviteiten aan en hebben aandacht voor het evenwicht tussen groepsactiviteiten en individuele activiteiten; dit kan voor elk kind anders liggen en heeft ook te maken met de persoonlijke competenties van een kind.

Het bevorderen van de persoonlijke competenties

Met persoonlijke competenties worden persoonskenmerken bedoeld als veerkracht, weerbaarheid, zelfvertrouwen, eigenwaarde, flexibiliteit en creativiteit in het omgaan met verschillende situaties. Het kind kan hierdoor problemen adequaat aanpakken en zich goed aanpassen aan veranderende omstandigheden. Het kind leert en ontdekt wie het is, wat het kan, welke interesses het heeft en welke vaardigheden er nodig zijn in bepaalde situaties (bijv. geduld en afwachten, of juist initiatief nemen en doorzetten).

Door de manier waarop de pedagogisch medewerkers met de kinderen omgaan, hoe de kinderen in de groep met elkaar omgaan, door de inrichting van de ruimten en door de mogelijkheden die het speelmateriaal en de activiteiten bieden, bevorderen wij de persoonlijke competentie van het kind. Wij benaderen het kind respectvol en positief en geven het de ruimte om zelf of met elkaar kleine probleempjes op te lossen. Wij letten daarbij op wat het kind zelf aan kan en waar het aan toe is. We bouwen voort op het ontwikkelingsniveau van het kind. Elk kind ontwikkelt zich op zijn eigen tempo en eigen wijze. Wij sluiten ons in onze werkwijze en benadering zo veel mogelijk aan bij het individuele kind.

Tijdens spel, activiteiten of eetmomenten geven wij het kind complimenten. Elk kind is trots als het zelf dingen kan doen. Zoals bijvoorbeeld drinken inschenken. Of je eigen brood smeren, of appel schillen. Wij stimuleren de zelfstandigheid van elk kind en doen dat gedoseerd en passend bij de ontwikkeling en de leeftijd van het kind. Zo kunnen kinderen spelmateriaal zelf pakken en is de ruimte zo ingericht dat kinderen weten waar ze wat kunnen vinden en waar ze met welk materiaal kunnen spelen.

group-kids-playing-together

Wij observeren, interpreteren en ondersteunen waar nodig of bieden het kind juist wat extra uitdaging om een stapje verder te komen. Activiteiten die vooral veel mogelijkheden bieden voor het verder ontwikkelen van persoonlijke competenties zijn bijvoorbeeld; samenspel, fantasiespel, drama, naspelen/meespelen etc. Door te leren winnen en verliezen, door lastige situaties zélf op te lossen, door grenzen te verkennen en te verleggen en mogelijkheden te ontdekken (iets proberen wat je eerst niet durfde), door situaties eigen te maken en daar complimenten voor te krijgen, leren kinderen wat zij goed kunnen, wat zij leuk vinden en leren zij wie ze zijn.

Wij bieden daarom een grote variatie in activiteiten, in speelmogelijkheden en in spelmaterialen. Wij vinden het belangrijk dat kinderen zich in hun eigen tempo kunnen ontwikkelen.

De socialisatie, cultuuroverdracht en het overdragen van waarden en normen.

Wij vinden het belangrijk dat kinderen respectvol omgaan met zichzelf en de omgeving. Onder omgeving verstaan wij mensen, materialen, natuur en milieu. We dragen dit uit door de kinderen een voorbeeld te geven en hier uitleg over te geven. We stimuleren de kinderen in het ontwikkelen van goede omgangsvormen, zoals het leren luisteren naar elkaar, excuses aanbieden, groeten als je binnenkomt vanuit school en als je weer wordt opgehaald en letten op taalgebruik. Binnen BSO Moviekids gebruiken we de standaardtaal dat betekent dat we geen verkleinwoorden gebruiken. We gebruiken de namen van kinderen, dingen en dieren en vervangen die niet voor alternatieven zoals “boe, boe, schatje, liefje”. We vinden het belangrijk dat afspraken en regels worden nageleefd. Het stellen van grenzen hebben kinderen nodig om te leren wat wel en wat niet mag. Kinderen leren zich binnen deze grenzen te bewegen.

Bij de ontmoeting met andere culturen zien we dan dat wat voor ons “zo gewoon” is, niet voor iedereen en overal geldt. Jonge kinderen zijn erg gevoelig voor het “zo doen wij het hier”. Zij nemen deze waarden en gedragingen snel over wanneer zij dit van de groep zien. Als pedagogisch medewerkers spelen we hierop in. Wij proberen ons voortdurend bewust te zijn van onze voorbeeldfunctie: kinderen hebben een sterke neiging volwassenen te imiteren en dus moeten wij het gedrag dat wij de kinderen willen aanleren ook zelf tonen.

Enkele normen en waarden die wij hanteren:
Luisteren naar elkaar, wachten op je beurt, elkaar respecteren, rekening houden met elkaar, etc. Wij gaan ervan uit dat, wanneer kinderen ondervinden dat jij rekening met hen houdt, hen accepteert en naar hen luistert, zij ook met jou en met anderen rekening zullen houden en naar jou en anderen zullen luisteren.

Zij zullen dit voorbeeldgedrag als de geldende norm gaan hanteren. Wij leren de kinderen zorg te dragen voor zichzelf, anderen, het materiaal en de ruimte. Uitgangspunt is een positieve houding. Dat betekent dat gewenst gedrag wordt beloond met een compliment, met speciale aandacht.En, een ‘ongelukje’ wordt benoemd en samen met het kind maken we het schoon. Dit met een accepterende houding.

Soms zoekt een kind bewust de grenzen op. Het kind mag hiermee experimenteren, het hoort bij de ontwikkeling. De pedagogisch medewerkers benoemen het gedrag dat ongewenst is en geven een voorbeeld van gewenst gedrag in die situatie. We maken afspraken met het kind en maken duidelijk wat de regels zijn en waar de grens is, als een kind hier tegenaan loopt.